Het is
goed dat niet alles wordt bewaard, de wereld zou kapseizen. Maar soms denk ik
wel eens dat er met al die liters badwater toch ook een paar kindertjes te veel
zijn weggegooid. Niet letterlijk nemen, ’t is maar beeldspraak, maar toch.
Een
tijdje terug kregen we een mailtje van een onderzoeker, die via onze
BNPP-pagina op het internet, ga ik niet uitleggen, ga zelf maar kijken, een tijdschrift op
het spoor was gekomen. Hij zocht de jaargang 1904 van De Christen-Demokraat. Weekblad voor Nederland. Van die Demokraat, die verscheen tussen 1902 en
1914, is nauwelijks meer iets over. Wij hebben een handjevol jaargangen maar
1904 ontbreekt er aan. En in de rest van het land is die jaargang ook al niet
bewaard gebleven. Tenminste niet in bibliotheken. Thuis bij iemand op zolder?
Maar
iets ouder dan honderd jaar en nu praktisch geheel verdwenen. Overigens, zo
zijn er meer. Als afsluiting van het BNPP project komen we in maart 2013 met
lijsten waarop titels van periodieken die geheel verdwenen zijn of waarvan nog slechts
enkele nummer over zijn. Dat wordt een treurig stemmend overzicht.
Kleine
tijdschriften, kleine oplages: probleem nummer 1. Probleem nummer 2, bibliotheken
hebben bij voorkeur complete, ingebonden jaargangen. Maar de praktijk blijkt
vaak losbladig, beschadigd, incompleet, verzuurd en gescheurd. Restaureren,
bijeen zoeken, actief verzamelen, voor dat soort dingen is door jarenlang
systematisch bezuinigen anno nu nauwelijks of geen geld meer. Het lijkt er op
dat we met zijn allen berusten in het feit dat het verleden nu eenmaal verleden
is. En dat is een nog treuriger vaststelling dan dat we ontdekken dat er
periodieken niet meer bestaan.
Tegen de
tijdgeest in bewaren wij voorlopig zoveel mogelijk van dit soort verweesde
periodieken. We zullen ze aan de vergetelheid ontrukken door ze op te nemen in
lijsten, als getuige van ‘Eens was er’.
Overigens
waar in dit stukje periodieken werd geschreven kan met enige aanpassing van de
tekst ook archieven worden gelezen. En daar word ik dan nog treuriger van.
Tot nu
toe echt een stukje dat past bij de tijd van het jaar; korte dagen en minstens
vijftig tinten grijs aan het zwerk. Dus nou iets lolligs.
In zes
jaar tijd hebben we 81 onderzoekers kunnen helpen, uitgebreid of slechts kort,
met hun dissertatie. Waaronder twintig VU-onderzoekers. Dat weten we omdat we
eens geteld hebben. Onder druk van de tijden tellen we tegenwoordig wat vaker
dan we deden. Vind ik wel goed hoor, maar je moet oppassen dat je niet alleen
maar aan het tellen bent, er moet ook nog wat gedaan worden. En dat hebben we
dus. 81 Bezoekers. 81 Proefschriften. En daarnaast nog een heleboel andere bezoekers
geholpen met hun werkstukken, hun scripties of met dat ene feitje. Zouden we
ook eens moeten tellen. Maar dat doen we een andere keer. Nu gaan we aan de
slag.
Houd de
brievenbus in de gaten, december, dus Novum ploft straks op de mat. En bij de
donateurs het jaarboek! Gaat over de zending.
Voor
straks: geweldige kerstdagen en een gezond en voorspoedig 2013.