woensdag 23 mei 2012

Met een boek de tuin in

En nu even iets heel anders. Hier aan de VU hebben we een mensa, een aula, een auditorium en zalen heten aurora, atrium of agora. Kortom, we doen er alles aan om toch maar te laten zien dat we noch van de straat, noch van gisteren zijn. Het klassieke is ons lief. Het is dat het eigenlijk niet meer kan na de Mammoetwet, maar anders was Latijn hier nog steeds de lingua franca.

Maar dat stukje beschaving is flinterdun en bij die naambordjes op de deuren houdt het ook wel zo’n beetje op. Een auteur als Marcus Tullius Cicero (106-43), daar val ik als HBS-sertje door de mand, latinisten schrijven waarschijnlijk gewoon Cicero, enfin die dus, zou waarschijnlijk door de huidige VU-bestuurders niet worden gewaardeerd. Ik weet niet waar de man het heeft opgeschreven, maar ’t wordt aan hem toegeschreven en dat is ook wat. Prachtcitaat: Wanneer je een tuin hebt en een bibliotheek, dan heb je alles wat je nodig hebt. En dat bedoel ik nou, van Cicero zouden ze hier aan de VU niets meer moeten hebben. Immers de Hortus moet op de schop wegens iets groters, iets mooiers of iets nieuwbouws en wat de bibliotheek wordt aangedaan krijgt langzaam aan Kafkaiaanse trekken.

Tuin en bibliotheek komen prachtig samen in een boek dat meehelpt de Hortus open te houden. Liefde in uitvoering. Een portret van de Hortus. Prachttitel. En een prachtboek (uw scribent kreeg een sneak preview) en het wordt de moeite meer dan waard. Er is een actieprijs dus kijk gauw op de website en bestel.

Toch ook nog even vooruitblikken naar een ander, al zeg ik het zelf prachtboek. Paul Werkman en Rolf van der Woude publiceren op 15 juni aanstaande Bevlogen theologen. Geëngageerde predikanten in de negentiende en twintigste eeuw. Dat gebeurt op een symposium in het auditorium en het symposium is vrij toegankelijk. Wel even aanmelden in verband met de hapjes en de drankjes. Het wordt een boeiende middag over de vraag of een predikant of theoloog in een seculiere samenleving nog een bevlogen maatschappelijk vernieuwer kan zijn, of dat hij zich moet concentreren op zijn taak als pastor. In het boek staan de portretten van P. Hofstede de Groot, O.G. Heldring, H.W. Witteveen, L. Lindeboom, F. Domela Nieuwenhuis, J.C. Sikkel, J.R. Slotemaker de Bruïne, A. van der Heide, J.W. Kruyt, W. Banning, C. Veenhof, K. Strijd, A.E. Ruys, J.A. Koster en A.B. Harrewijn; theologen die stuk voor stuk een keuze maakten. Kijk even op onze website en meld u aan.

En van het weekeinde met een boek de tuin in. Marcus T. wist het al, meer heb je niet nodig!

Bovenstaande stond er allemaal net op, verrast de VU Boekhandel ons met een mok met Kuypers afbeelding. De kop van Kuyper, zoals geschilderd door Hendrik Johannes Haverman. In het echt een voornaam portret dat in de Forum zaal hangt. De Forumzaal is wat moeilijk toegankelijk voor gewone stervelingen, daar wordt namelijk grootschalig vergaderd en/of gepromoveerd. Dus als je dat niet doet wordt het moeizaam. Kom dan maar kijken bij ons in de gang, tegenover 1B-30 hangt een fraaie reproductie. Of nog beter, hol naar de VU-Boekhandel en koop die mok! En teken dan gelijk in op het Hortusboek. Dan kun je straks met Kuyper en koffie en dat boek je tuin in. Ik ga dat in elk geval zeker doen.

vrijdag 4 mei 2012

Bank

‘Moet het nu hier ook al over banken gaan?’ Hoor ik menig lezertje (Menig lezertje? Vooruit dan maar, Het lezertje) denken. ’t Antwoord is ja. Want er is een gloednieuwe bank, een beeldbank of eigenlijk de UB VU Beeldbank en die is, om die rode hotelgids te citeren, de moeite van het omrijden waard. Via deze link ben je binnen. Maar doe dat nou niet voor dat je dit stukje uit hebt gelezen, ik tik dit niet voor mezelf.

In de beeldbank kun je je vergapen aan kleitabletten, aan middeleeuwse handschriften maar ook aan moderne, aan gegraveerde portretten, aan historische landkaarten, aan een van de mooiste collecties kerkboeken ooit, aan foto’s uit het VU-, ARP- en het gereformeerd-verleden en aan films. Het is het soort beeldbank waarin je, net als in, laten we zeggen een hortus gaat rondkuieren. Je kijkt eens hier, dan weer daar, snuffelt hier wat, blijft daar hangen en vergeet inmiddels hoe laat het is geworden. Maar net als een hortus er niet alleen voor de pret is, is deze beeldbank dat ook niet. De collecties zijn stuk voor stuk unieke bronnenverzamelingen waar onderzoek aan en mee te doen is. En anders dan bij zo’n universitaire tuin hoef je hier de deur niet voor uit. Nu ja, je kunt natuurlijk ook met je moderne leesding lekker in de hortus gaan zitten.

Waar ik het echt even over wil hebben is over die films. De VU was er relatief vroeg bij en liet al in 1935 een propagandafilm maken. De regisseur van die film was niemand minder dan ‘Meneer Dick Laan’ (die als filmpionier z’n sporen verdiende en later de geestelijk vader van Pinkeltje werd). De film werd vertoond op toogdagen in het land waar leden van de ‘Vereeniging voor Hooger Onderwijs op gereformeerde Grondslag’ bijeenkwamen. Het is een prachtig tijdsbeeld geworden; natuurlijk, in zwart/wit en zonder geluid en de beeldtaal en het verteltempo is anders dan we inmiddels gewend zijn, maar met wat eigen muziek op de achtergrond is het een zeer onderhoudende en informatieve film. En studieobject. Want over de totstandkoming van de film is een hoop te vertellen en uit te zoeken. En we kunnen er ook weer “Kent U ‘m of bent U ‘m” mee spelen: Wie een voorzaat herkent wordt met klem verzocht met ons contact op te nemen.

En we hebben een film teruggevonden. Ik loop al een tijdje bij de VU rond en wist van het bestaan van die film niets. Helemaal niets. Van de bijeenkomst waren wat foto’s. Die kenden we wel. Maar een film? In 1937, Kuyper is dan honderd jaar daarvoor geboren en Vrouw-VU Hulp beëindigd de eerste vijf jaar van het spaarplan – de VU-busjes – waarvan de opbrengst voor de vijfde faculteit bestemd is. In de Apollohal is een grote en grootse bijeenkomst  georganiseerd met een massa bezoekers, Colijn als hoofdspreker en een filmreportage dus. Maar, en ondanks de grote opgetogenheid omdat we de film terugvonden, het is een stomme film. Wat had ik daar graag geluid bij gehad. Maar de beelden zijn prachtig.
Er zijn nog veel meer films, dus zo direct naar de bank.

Teruggevonden? Was die film dan kwijt? Ik hoor het de lezer bijna denken. Nee, kwijt is er hier niets. Maar soms, en dat was zo in dit geval, zit er een verkeerd label op een doos. En dan heb je een digitaliseringsproject nodig waardoor alles weer eens overhoop wordt gehaald en alle dozen en lades worden opengetrokken. Dus teruggevonden op die manier.

In gymnasiale tijden zette je dan ‘Tolle lege’ boven een stukje als dit. Maar het Latijn voor het alternatief ontbreekt me. Dus eindig ik maar met “Kom er eens kijken”, hoewel dat dan weer voor een ander jaargetijde van toepassing lijkt.